Een Fosbury flop voor IT
Hoogspringer Richard Fosbury sprong tijdens de Olympische Spelen van 1968 met een compleet nieuwe techniek. Tot die tijd werd bij het hoogspringen eerst één been over de lat geslingerd, waarna het lichaam zijdelings volgde. Fosbury sprong achterover met eerst zijn hoofd en daarna zijn gekromde rug en benen.
Dat vergde veel lef want zijn omgeving verklaarde hem voor gek. Fosbury won goud en nu springt iedereen met deze techniek.
De publieke sector heeft ook een Fosbury Flop nodig. Want technologie moet organisaties en mensen bevrijden in plaats van hen in een harnas plaatsen. En ook daarvoor is lef nodig.
Wat houdt die Fosbury flop in?
Drie uitgangspunten voor betere projecten.
Vertrouwen hebben in mensen en ambities, niet in micromanagement en controle.
Organisaties zoeken veelal controle. Ze richten daarvoor protocollen en beslisbomen in. Bij 2at geloven we niet in het dichtregelen van projecten. We geven mensen verantwoordelijkheid en maken met elkaar afspraken, omdat we weten dat ze er dan alles aan doen om het allerbeste resultaat te behalen. We vertrouwen op hun eigen denk- en daadkracht en de kracht van ambitieuze teams omdat dat leidt tot snelheid en kwaliteit en minder administratie. Het haalt het beste in mensen naar boven en is een veel sterkere prikkel dan (angst voor) controle.
Het resultaat staat voorop, daar is het proces ondergeschikt aan.
Natuurlijk letten wij ook op de tijdlijnen. Echter hechten wij minder waarde aan strakke processen en projectplannen, deze leveren vooral schijnzekerheid op. Een vinkje ,dat een stap is uitgevoerd, zegt weinig over het daadwerkelijke resultaat. We accepteren geen bureaucratie en gaan voor het resultaat en we richten ons daarom liever op de vraag wat technologie aan waarde oplevert. Zijn gebruikers opgetogen over wat ze krijgen? Maken we hun wensen waar? Overtreffen we hun verwachtingen? We investeren liever eerst (samen met de klant) in een scherpe analyse, ook als de klant al denkt te weten wat er aan IT-ontwikkeling nodig is. We nemen geen genoegen met functionele specificaties en blijven zoeken naar de echte waarde om impact te kunnen maken.
Samen exploreren en leren, zodat we zorgen dat we de goede dingen blijven doen.
“Everyone has a plan until they get punched in the face.” zo sprak Mike Tyson. Dat geldt ook voor (IT-)projecten, waar geen blauwdrukken van de toekomst bestaan. We moeten onzekerheid niet ontkennen, maar omarmen. Er zullen altijd verrassingen opdoemen en we zullen altijd leren, er is geen vastomlijnde ‘endgame’. Daarom is het nodig om samen gaandeweg de mogelijkheden te ontdekken. Niet op de tekentafel maar in de praktijk waar we ervaren hoe dingen werken, of juist niet werken. Resultaten snel lanceren, toetsen op toepassing en daarvan leren. In gezamenlijke teams gaan we kortcyclisch prestaties leveren en het eigen werk kritisch analyseren. Soms leidt dit tot pijnlijke conclusies, maar zo leer je en lever je uiteindelijk het beste resultaat.
Wilt u hier een keer over sparren? Neem dan contact op.